Airbus A380 - vervolg

Onderdelen van de Airbus A380 worden, net als die van eerdere Airbus-typen, gebouwd op diverse plaatsen verspreid over Europa. Sommige onderdelen zijn echter zelfs voor speciale transportvliegtuigen als de Beluga te groot. Daarom is er een aangepast transportschip ontwikkeld, de 'Ville de Bordeaux', waarmee componenten vanuit Broughton (Engeland), Hamburg, Puerto Real (Spanje) en St. Nazaire (Frankrijk) naar Bordeaux worden gevaren. Daar worden ze overgeladen op speciaal gebouwde binnenvaartschepen en het laatste stuk naar Toulouse geschiedt middels nachtelijke transporten over de weg.

Airbus en Boeing verschillen sterk van mening over de levensvatbaarheid van luchtreuzen groter dan de Boeing 747. Volgens de Amerikanen is de markt voor zulke vliegtuigen maar klein en gebruiken luchtvaartmaatschappijen liever kleinere toestellen als de 767, 777, 787, A330 en A340. Alleen voor vluchten tussen een beperkt aantal grote knooppunten, zoals Frankfurt, Londen, Parijs, New York, Tokio en Los Angeles, zou de A380 volgens Boeing aantrekkelijk zijn. Boeing heeft zelf geen vliegtuig op stapel staan dat net zo groot is als de A380, maar heeft na lang aarzelen wel een nieuwe versie van de 747 gelanceerd, de 747-8. Airbus heeft de A380 vooral ontwikkeld voor de toekomst. Gezien de te verwachten groei van het luchtverkeer in de komende tientallen jaren, moet er wel plaats zijn voor heel grote verkeersvliegtuigen.

De Nederlandse industrie levert een belangrijke bijdrage aan de Airbus A380 in de vorm van het door de TU Delft ontwikkelde constructiemateriaal GLARE (GLAss REinforced aluminum). Dat bestaat uit afwisselende, op elkaar gelijmde laagjes aluminium en glasvezel, als een soort multiplex. Voordelen zijn een lager gewicht en meer weerstand tegen metaalmoeheid (scheuren). In de A380 wordt GLARE toegepast bij de huid van het bovenste deel van de romp. De productie vindt plaats bij Stork Aerospace, een overblijfsel van het vroegere Fokker.

In he voorjaar van 2013 waren er 262 toestellen besteld. Tot de klanten behoren Virgin Atlantic, Air France, Korean Air (foto onder), Emirates, Singapore Airlines (foto boven), Qantas, Qatar Airways en Lufthansa. De veruit grootste klant, met maar liefst 90 bestellingen, is Emirates uit Dubai. Het aantal orders groeit overigens maar langzaam en het bouwtempo is laag. In maart 2013 leverde Airbus het honderdste toestel af. Nederlandse maatschappijen hebben tot dusver geen A380's besteld. De KLM vindt het vliegtuig te groot.

Op 4 november 2010 kreeg een Qantas A380 kort na het opstijgen vanaf Singapore te maken met ernstige motorproblemen. Er vielen stukken van de motor en de gondel af, die neerkwamen op het eiland Batam in Indonesië. Qantas hield haar A380-vloot vervolgens aan de grond. De oorzaak bleek een lekkende olieleiding bij de Rolls-Royce Trent 900, een probleem dat vervolgens ook bij andere Trent 900's in A380's werd ontdekt. Na reparaties en aanpassingen gingen na enkele weken de eerste Qantas-toestellen weer de lucht in. Toestellen die met de GP7200 zijn uitgerust, hebben hier geen last van.